dinsdag 13 januari 2009

antwoord: niet rijk en geen tien delen voor de staatsgezant!


In cc een antwoord van Ch. op een vraag over haar eigen vermogen:

Geachte, ik beschik over beperkte middelen. Niet omdat ik het materiële te min acht. Nee, het is primair omdat ik de concessie niet doe. Ik ben geen slaaf. Wel geloof ik in waarde.

Ik breng graag waarde aan. Echter; zodra ik valeur toevoeg aan het leven van de ander, en deze levert de tegenwaarde in de ruil, dan meldt zich een derde partij. Een parasitaire rover die niets heeft bijgedragen aan het proces.

Deze gezant van de staat eist minstens vijf delen. Voorts eist hij onbetaald papierwerk. Geen papieren verantwoording? Dan neemt hij de wapenen op, en eist tien delen.

Hell for him! Hell!

Daarom lever ik aan mensen die de zaak kunnen doen tegen een alternatieve tegenwaarde. Dat zijn er niet veel, maar toch voldoende.

“Om niet” leveren is een mogelijkheid, maar een onzinnige. Waarde verkregen “om niet”, wordt niet ervaren als waarde.

Verder is het "de onsterfelijkheid leven" met veel bezit lastig. De angst voor verlies neemt toe en daarmee neemt het elan omgekeerd evenredig af.

Ch. Badger IV