woensdag 4 februari 2009

rust en verlangen aan de Aardebaan


Ziezo, het is 8:45. De werkdag van grootboekkoning Blankendaal is in alle rust begonnen.

Onze klikkende IM uit Opmeer heeft netjes gewacht op groen. Ondertussen is zijn viriele buur, dromend van de eeuwige beweging in het fietsenhok op nummer 9 in zijn mobiel gestapt.

Zijn object van verlangen keek hem nog na. Starend over het plantsoentje kwam de vertwijfeling bij de vrouw van de klein geschapen schatbewaarder op: “Ach had mijne man maar eens flinke ballen, ach was het maar niet zo’n schamele heuler met de macht, zo’n kleine NSBer. Wat heb ik toch verkeerd gedaan? Kijk nu eens naar onze grote buur! Ach, mag hij zijn drevel eens achter deze voordeur laten zwellen! Hoe zou hij smaken? Help, help, waar heb ik zo’n kreukel met een slap plassertje toch aan verdiend? Zou ik buurman binnen durven vragen als hij terugkomt? Oh, ik laat me al nemen in de gang! Ik doe het! Grote buur komt vaak op de middag thuis! Ja, vandaag nog! Ja, voor mijn kleine fietser terugkeert!” En zo ging het maar door, daar aan de stille Aardebaan.

Ander klein smetje op deze mooie ochtend: Inofficielle Mitarbeiter Blankendaal heeft de begroeting van onze opperzwaaier uit Opmeer moeten missen.

Deze laatste is een paar dagen op pad. Hij moet namelijk iets produceren voor de kost. Een parasiet is hij niet en zwaaien naar NSBers brengt direct geen geld in de lade.

Volgende week, bij leven en welzijn, wordt er wel weer gezwaaid in Opmeer.

In blijde spanning wachten we de verwikkelingen af.