vrijdag 17 april 2009

de antithese "burger", mens - het criminele staatsconcept in the works


bericht van IV in cc:

Heer Thessaloniki, een saluut vanaf de overzeesche gebiedsdeelen Uwer staat,

Dat is juist, het woord “burger” plaatsen wij tussen aanhalingstekens.

Reden hiervoor is dat “burger” een voor de collaborateurs der staat essentiële staatsfictie is. En van U wordt natuurlijk verwacht deze fictie aan te nemen voor waar. Zoals anderen van U kunnen verwachten, het bestaan van Allah of God voor waar aan te nemen.

Ambtenaren en politici onderscheiden zich van andere criminelen door hun misdaden te verpakken in een filosofie.

Naar de filosofische kronkels van collaborateurs der staat bent U, net als zijzelf een “burger”.

Een “burger” kan echter geen mens zijn. Er is zelfs sprake van een antithese tussen “burger” en mens. Met andere woorden: een “burger” is het tegendeel van een mens of men kan spreken van een ontmenselijkte mens.

Ik zal een aantal tegenstellingen noemen:
1. De mens is feitelijk, de “burger” een fictie.

2. De mens heeft een eigen wil en eigen belangen, de “burger” heeft slechts een statuut (bijv. de algemene belangen van de “burger”, of de rechten van de soldaat, of de belangen van de huisarts, et cetera). De “burger” wil als deel van de staat het algemene belang nastreven. Men zou kunnen zeggen dat een “burger”, met betrekking tot de wil, zoiets is als een rechtspersoon met bepaalde statutaire doelstellingen.

3. De mens is van nature “heel”. De “burger” is onvolledig want hij is slechts een deel van het grotere geheel. Hij is deel van de socialiteit, van de staat.

4. De mens is autonoom. De burger is onzelfstandig want hij mag niets wat het grotere geheel - de staat - hem niet toestaat. Daarbij wordt de “burger” gedwongen onbezoldigd diensten in slavernij (registratie, administratie, et cetera) voor de staat te verrichten en wordt voorts gedwongen zijn geld af te staan zonder dat hij dienst of goed afneemt, of dat er sprake is van een schuld of schade.

5. De “burger” ontvangt zijn rechten van de staat. Hij heeft “recht op”. De mens ontvangt zijn rechten niet van de staat. De mens heeft onvervreemdbare natuurlijke rechten.
Deze fictie is van essentieel belang voor het bestaan van belastingrecht. Belastingrecht kan bestaan omdat de “burger” als deel van de staat wil wat de gemeenschap wil en als het ware zichzelf belast.

Het verzonnen “burgerconcept” als fundament onder het belastingrecht! Waar halen die filosofen en hun navolgers de fantasie en het lef vandaan?! Ik kijk met stomme verbazing en van een afstand naar de mensen die dit klakkeloos accepteren. “Op afstand” want mijn persoontje kunnen de collaborateurs nooit tot “burger” verklaren. Ik ben immers nooit geregistreerd en op mijn papieren prijkt een andere naam.

Maar dit terzijde, Ik vraag U: hoe kan men een statuut accepteren waar geen weg uit mogelijk is? Een slaaf was nog beter af! Slaven kochten zich vaak vrij of lieten zich vrijkopen. Een “burger” kan zich niet vrijkopen van zijn meester.

Wel kunnen “burgers” hun positie enigszins verbeteren door de lijnen met de staat te verbreken. U kunt dit vinden in andere cc’s op hauwert.blogspot.com. Leest U mijn mail aan Von Felski, de "IV norm" en het het "lesje".

Tot zover,

Enjoy the fight!

saluut,

IV