woensdag 25 maart 2009

jongetjes en de belastingdienst - interview II met van de Broek


Waarom bent U ooit bij de belastingdienst gaan werken?

Simpel, mijn vader werkte er al. Hij is nu nog lid van die gepensioneerdenvereniging waarvan ik de naam maar steeds verdring.

Ik mag het niet, want ik ben zelf verantwoordelijk, maar ik neem het eigenlijk mijn vader nog altijd kwalijk dat hij me het vak van belastingambtenaar heeft verkocht.

Hij had - of heeft - een houding van: “niemand vindt belasting betalen leuk, maar het is nu eenmaal nodig” En: “waar moeten de straatlantaarns anders van branden?”

Die zinnetjes zijn de optelsom van mijn opvoeding en mijn carrière. Wat vind je daar nu eens van?


Vertel eens over Uw vader.

Mijn vader komt uit een arbeidersgezin. Gereformeerd, mijn opa werkte bij de gemeente in Naaldwijk. Hij stond aan de goede kant in de oorlog, maar heeft niet veel gedaan. Net als de meesten. Mijn vader was net te jong in die tijd. Hij is van 1930.

Ja, wat zal ik zeggen? PvdA lid zoals elke ambtenaar. Of in ieder geval 60%. De rest zit bij het CDA. Je moet echt niet denken dat het een afspiegeling van de samenleving is, daar op het belastingkantoor. De kleinheid is als het ware uitvergroot. Kleine kleinburgers, dat zijn ‘t. Ik ben dat ook. Dat ziet u toch wel? Ik kan mijzelf nu ook zien. Dat kon ik niet, toen ik nog in Den Haag werkte. NSBers waren toch ook zo burgerlijk, zo klein, zo bang?

Verder moet ik kwijt dat mijn vader van jongetjes hield. Van mij is hij afgebleven, maar het is bekend dat hij in de jaren ’70 en ’80 oproepen plaatste in Vrij Nederland voor pedofiele contacten. Toen kon dat nog. Moeder wist er wel van. Ze hadden ieder een eigen slaapkamer. Ik heb op de zijne ooit vreselijke plaatjes gevonden.

Bea raadde mij aan alsnog aangifte te doen. Maar dat doe ik niet. Wat moet ik? Die man is bijna 80. En ik vind mezelf geen slachtoffer. Ook juridisch niet.

Binnen de belastingdienst is dit wel uitgekomen, maar onder de pet gehouden. Er waren er meerderen. Bij die dienst in ieder geval. Vreselijk.

Ook op mijn kantoor kwam het voor. Ja, ik schaam me er u nog voor hetzelfde vak te hebben gehad als al die pedofielen.

Het is toch frappant? In andere organisaties kom je dat amper tegen. En bij die geniepige overheidsdiensten knijpen ze ineens in jongensbilletjes. Het schijnt iets met die behoefte aan macht te maken te hebben.


Die macht, die behoefte daaraan, hoe zit dat bij u?

Ja, ik heb daar zelf ook last van. Ja, ik wil er met u over praten, maar niet nu. U moet weten die mensen hebben me leeggezogen. Of beter: ik heb me laten leegzuigen. De energie komt terug, maar nu gaat het even niet.

Ik heb die pedotoestanden bij de Belastingdienst geparkeerd ergens in mijn hoofd. Ik zou daar de volgende keer niet meer inhoudelijk op in willen gaan. Bea raadt mij ook aan om daar heel bewust me om te gaan. Ik heb het nu gezegd, maar eigenlijk wil ik het daar bij laten.

Die macht echter, het willen dwingen, of die onmacht om op een normale manier resultaten te bereiken. Dat is wel de kern van de zaak. Ik zal u antwoorden, maar nogmaals: nu even niet.

Volgende week meer.