woensdag 11 maart 2009

in of uit de belastingsekte


Henk op de vraag hoe zijn collega’s hebben gereageerd:

“De feiten zijn dat ze zich stil hielden. Ik heb niets van ze gehoord. Uiteraard volgde de teamleider het professionele protocol. Die nam contact op. Verder heeft PZ mij nog een psycholoog aangeboden. En dat was het.

Die psycholoog heb ik niet aangenomen. Mijn jongste dochter Marja kwam toen namelijk met Bea Verschoor, ook een psychologe. En deze Bea heeft mij de ogen geopend. Zij is gespecialiseerd in uittreders uit sektarische omgevingen. Ze heeft veel gedaan met scientology uitgetredenen. Met haar ben ik door het tranendal van verlies en treurnis gegaan. Nu kan ik het zo benoemen, maar anderhalf jaar terug tastte ik volledig in het duister over de oorzaken van mijn gevoel.

Bea heeft me ooit uitgelegd dat diegenen die nog in de sekte zitten geen contact kunnen zoeken. Ze voelen ergens wel dat het niet goed zit en dat ze mede vorm geven aan een moreel onverantwoorde en gevaarlijke club, maar ze kunnen niks met dit gevoel. Het gevoel representeert de confrontatie met de waarheid. Dat gevoel moet weg.

Stel dat ze met mij in gesprek gaan, wat blijft er van hun wereld dan nog heel?

Ik ben zelf ook geen held geweest. Ik ben er niet uitgestapt. Mijn lichaam gaf het op. Ik kon niet verder met de illusie. Ik stond op een dag gewoon te huilen naast het kopieerapparaat.

De collega's gedragen zich als de roker die een gestopte roker toch nog eens probeert over te halen voor een sigaretje.

De ander die is gestopt is voor de roker de confrontatie met zijn gedrag. Onbewust voelt de roker zich zelfs aangevallen op zijn levenswijze. Daarom probeert hij het eens een keer bij een gestopte roker.

Mijn ex collega’s voelen zich - onbewust - volgens Bea ook veroordeeld op hun onvermogen eruit te stappen.

Ik weet dat dit klopt."